Het zal een klein groepje mensen zijn geweest, dat vanavond om 18:00 uur op enkele plaatsen Pim Fortuyn herdacht. Mijn hele dag stond onbedoeld wel degelijk in het teken van deze politicus. De politicus die met name de problemen met de multiculturele samenleving als agendapunt had. Dat is dan ook wat ik me het meest van hem herinner.
Een rustige, groene, dorpse wijk aan de rand van Utrecht.
Een laan, bestaande uit een busbaan, een fietspad en een voetpad. Aan één kant een park, aan de andere kant huizen. Er is een onderbreking in de bebouwing waar een viaduct over de laan loopt. En daar gebeurt het dan, voor de tweede keer in korte tijd: een jonge vrouw wordt bruut overvallen en beroofd. Om nog maar te zwijgen van de andere locaties waar zich zulke drama’s afspelen.
En als je de verslagen van deze ellende leest, dan is duidelijk dat het monopolie voor deze brute, vernederende criminaliteit in handen is van bepaalde groepen in onze samenleving. Dikwijls betreft het (jonge) mensen die wel in Nederland zijn geboren, maar vijandig staan tegenover onze cultuur. Dat ligt natuurlijk niet aan hun ‘lichtgetinte’ kleur, dat ligt aan hun opvoeding, religie en cultuur. Fortuyn was niet de eerste die dit signaleerde, maar zette het meer dan enig andere politicus wel op de politieke agenda. Gevolg: flinke polarisering en even het uitslaan van de veenbrand op de dagen nadat Fortuyn vermoord was.
Toen ik gisteravond laat het bericht van de beroving las kostte dit mijn nachtrust en de harmonie van deze dag, deze 6de mei. Woedend was ik, denkend aan de vernederende criminaliteit van het tuig en het trauma dat het slachtoffer, de jonge vrouw, mogelijk overhoudt.
Criminelen zijn niet aardig en houden zich niet aan de wet. Dat is hun kenmerk. Deze criminelen echter vieren hun haat op onze samenleving bot; ze pakken onze vrouwen, onze bejaarden en onze gehandicapten. Als ze bijvoorbeeld een vrouw in een rolstoel beroven, volstaat het niet om het beursje met de paar euro te roven, maar moet ook de vrouw mishandeld en de rolstoel vernield worden. Dat zijn zo de manieren.
De beroving vond plaats in de nacht van 4 op 5 mei, aan het begin van Bevrijdingsdag.
Jawel, ik doe het ook eens. Voor één keer. De mensen die altijd op de bres staan om dit brute allochtonengeweld te relativeren maken zich er voortdurend aan schuldig: de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog. Zij, de vergoelijkers, de relativisten en de wegkijkers beschouwden Fortuyn als een fascist. Elf jaar na zijn dood en met hand over hand toenemende problemen op vrijwel alle punten van Fortuyns agenda, blijven ze wegkijken, blijven ze relativeren in een misplaatste opvatting van beschaving. Merkwaardig dat bij al hun hoogverheven idealen, het basis-ideaal dat de straat niet het domein wordt van rovers, taboe blijft. Soms verkeert het zelfs in een ander uiterste: het is eigenlijk ónze schuld dat de zaken zich zo ontwikkelen als ze doen.
De wal keert het schip: men blijft maar volharden in het kiezen van de kant van de daders onder het mom van beschaving. Wie er anders over denkt en de daders verfoeit is ‘racist’ en ‘fascist’ en NSB’er. Mij dunkt dat het nu juist de NSB’ers waren die ons land wilden verkwanselen en uitleveren aan de rovende horden.